Door Kees van Rongen
Rik Buddenberg, voorzitter van het college van kerkrentmeesters, noemt de herbestemming van de kerkgebouwen een ‘pijnlijk proces’. “Het is een moeilijke beslissing, maar door de terugloop van gemeenteleden onvermijdelijk. Overigens staan alle opties nog open. Migrantenkerken hebben belangstelling getoond. Daarmee zijn we in overleg. Bij eventuele verhuur blijven we met allerlei beheerskosten zitten. Verkoop is wellicht een betere optie.” |
Buddenberg benadrukt, dat zowel in het Dorp als in Meerzicht steunpunten komen, die als inloop voor de gemeenteleden dienen. “Ook zullen alle reguliere activiteiten in beide gebouwen voorlopig gewoon kunnen plaatsvinden.”
Perspectieven
In het kerkblad Kerk in Zoetermeer noemt hij wel perspectieven, die in de overwegingen bij het afstoten van de kerkgebouwen worden betrokken.
Zo noemt hij de aandacht voor de waarde van monumentale kerken. “De overheid stimuleert het lokaal ontwikkelen van een gemeenschappelijke visie op religieus erfgoed. Een toekomstvisie op een kerkgebouw kan worden benaderd vanuit theologisch, meer praktisch-kerkelijk en maatschappelijk perspectief,” zegt Buddenberg. “Daarnaast zou het gebouw een bepaalde nevenfunctie kunnen krijgen of een nieuwe rol in de dienst van Gods koninkrijk kunnen staan.”
Een andere mogelijkheid is aanpassing van het gebouw. “Het kan te ruim zijn: liturgisch, praktisch of financieel. Kan de ruimte geschikt worden gemaakt voor liturgie in een nieuwe context? De inrichting van de kerkzaal en nevenruimtes voor meer nevengebruik? Je wilt toch, dat inkomsten en uitgaven met elkaar in balans zijn. Als het aantal gemeenteleden afneemt en daarmee ook de inkomsten dalen, moeten we de tering naar de nering zetten. Als de behoefte aan de ruimte die het kerkgebouw biedt, afneemt, kan een kerkenraad ervoor zorgen dat het aanbod weer gaat passen bij de vraag. Dat kan ook betekenen dat gebouwen worden verkocht.”
Onderhoud als molensteen
Het onderhoud van kerkgebouwen kan als een molensteen om de nek van de kerkrentmeesters hangen. Wanneer sluiting in beeld komt, wordt de locatie een plek met verdiencapaciteit. Moet de kerkelijke gemeente daarbij gaan voor de hoogste opbrengst of voor de meest maatschappelijke meerwaarde,” zo vraagt Buddenberg zich af.
Uit het vorig jaar verschenen boek Kerkgebouwen met 88 inspirerende voorbeelden van nieuw gebruik, van appartement tot zorgcomplex, blijkt dat er in Nederland ruim 7110 gebedshuizen waren. Daarvan hebben er inmiddels 1530 een herbestemming gekregen en nog zo’n 300 kerkgebouwen zitten in de pijplijn. Eén op de vier kerkgebouwen dus. Bij zeventig procent daarvan gaat het om protestantse kerkgebouwen.
Bezinning over de toekomst van kerkgebouwen vraagt om maatwerk. Zoals scriba René de Reuver van de Protestantse Kerk het verwoordt:
“De centrale vraag is hoe onze kerkgebouwen kunnen worden ingezet als instrument voor toekomstgericht Kerk zijn.” Buddenberg: “Duidelijk is dat er een voorkeur bestaat om ‘overtollige’ kerkgebouwen een ‘geestverwante’ functie te geven, een invulling die zo dicht mogelijk tegen het oorspronkelijke gebruik aan ligt. Al kan de praktijk weerbarstiger blijken dan het ideaal.”
De Pelgrimskerk, in het Dorp bekend als de ‘boterkerk’ vanwege de voormalige boterboeren in Zoetermeer, is een gemeentelijk monument. De bouw werd in 1932 voltooid. In mei dit jaar bestaat de Pelgrimskerk 90 jaar.
De Oase werd 22 jaar geleden door gemeenteleden eigenhandig verbouwd van gymzaal naar kerk met fraaie glas-in-loodramen. “Niet zomaar gebouwen,” zegt Beppie van der Plas, voorzitter van de kerkenraad van de Wijkgemeente Zoetermeer-Zuid. “Maar kerken waarin gemeenschappen werden gevormd. Gebouwen, die het decor waren van vreugde en verdriet. We gaan iets nieuws beginnen, maar moeten het oude vertrouwde achter ons laten.” Zij beseft, dat het niet gemakkelijk zal zijn. “Het achterlaten van een kerk, waaraan je verknocht bent, gaat gepaard met verdriet en soms met boosheid.” Daarentegen vraagt ze zich ook af: “Zijn de gebouwen eigenlijk alleen de muren van een gemeenschap en zijn de gemeenteleden de levende stenen van een kerk.”